Slachtofferrechten in Oostenrijk

Deze bijdrage bevat algemene informatie over de rechten en mogelijkheden die slachtoffers van een strafbaar feit en beschadigden in het kader van een strafprocedure in Oostenrijk hebben. Klik hier voor meer informatie over de Oostenrijkse strafprocedure.

Wie in Oostenrijk slachtoffer van een strafbaar feit wordt, heeft tijdens het strafrechtelijk onderzoek dat vervolgens gevoerd wordt bepaalde rechten. Als “slachtoffer” geldt daarbij volgens het Oostenrijkse Wetboek van Strafvordering, de Strafprozessordnung (StPO):

  • Personen, die door een opzettelijk begaan strafbaar feit aan geweld of een bedreiging blootgesteld kunnen zijn, die in hun seksuele integriteit of zelfbestemming aangetast kunnen zijn of wier persoonlijke afhankelijkheid door een dergelijk feit misbruikt kan zijn

  • Bepaalde familieleden van een persoon, die door een strafbaar feit om het leven gekomen is

  • Personen, die door een strafbaar feit schade geleden kunnen hebben

Verder hebben personen, die door een strafbaar feit schade geleden hebben, de mogelijkheid om zich als beschadigde bij een strafprocedure aan te sluiten (daarover onder meer).

Afloop van een strafprocedure in Oostenrijk

Het strafrechtelijk onderzoek

Een strafprocedure is in Oostenrijk in twee hoofdstadia verdeeld: het strafrechtelijk onderzoek en de eigenlijke strafprocedure. Het strafrechtelijk onderzoek heeft als doel om alle feiten te verzamelen en vervolgens over de noodzakelijkheid van een verdere strafrechtelijke vervolging van één of meer beschuldigden te beslissen.

De deelname van een slachtoffer aan een strafrechtelijk onderzoek begint vaak met diens persoonlijke verhoor, een zogenaamde Vernehmung. Ook na het verhoor hebben slachtoffers tijdens het onderzoek echter nog de mogelijkheid om aan de procedure deel te nemen. De belangrijkste rechten, die slachtoffers tijdens een strafrechtelijk onderzoek hebben, zijn:

  • Het recht om zich te laten vertegenwoordigen

  • Het recht om inzicht in het dossier te nemen

  • Het recht om door een tolk of vertaler te worden bijgestaan

  • Het recht om bewijsmiddelen aan te dragen

Daarnaast bestaan nog verdere slachtofferrechten, zoals bijvoorbeeld het recht om over de verdere voortgang van de strafprocedure geïnformeerd te worden.

In bepaalde gevallen – dit in het bijzonder in samenhang met zedendelicten – bestaat voor slachtoffers de mogelijkheid om over bepaalde feiten tijdens een speciaal afgezonderd verhoor, een zogenaamde kontradiktorische Vernehmung, verhoord te worden. Het doel van dit verhoor is om de betrokkene een confrontatie met een beschuldigde zo mogelijk te besparen, wat meestal gebeurt door de betrokkene afgezonderd van de beschuldigde – dus in een aparte ruimte – te verhoren. Ook is het hierdoor voor het slachtoffer in de regel niet meer noodzakelijk om nog aan een latere strafzitting deel te nemen.

Afsluiting van het strafrechtelijk onderzoek

Het strafrechtelijk onderzoek eindigt met een beslissing van het Openbaar Ministerie. Daarbij bestaan drie mogelijkheden:

  • Het onderzoek tegen een beschuldigde wordt beëindigd

  • De beschuldigde wordt een strafrechtelijke schikking aangeboden (Diversion, daarover onder meer)

  • De beschuldigde wordt officieel aangeklaagd

Beëindiging van het strafrechtelijke onderzoek

Een strafrechtelijk onderzoek wordt in Oostenrijk beëindigd indien er bijvoorbeeld te weinig bewijs is om een verdachte aan te kunnen klagen, of als diens verdere vervolging uit juridische gronden niet is toegestaan. Wordt het onderzoek beëindigd, dan wordt het slachtoffer hiervan op de hoogte gesteld. Het slachtoffer kan vervolgens binnen 14 dagen om de redenen voor de beëindiging van het onderzoek verzoeken. Na ontvangst van deze redenen heeft het slachtoffer wederom binnen een verdere 14 dagen de mogelijkheid om een verzoek tot de voortzetting van het onderzoek in te dienen. Blijft het Openbaar Ministerie bij zijn beslissing, dan zal over een rechtbank over de voortzetting besluiten.

Strafrechtelijke schikking: Diversion

In het geval van lichtere strafbare feiten kan in Oostenrijk een strafprocedure onder bepaalde voorwaarden met strafrechtelijke schikking ofwel een zogenaamde Diversion beëindigd worden. Belangrijk is hiervoor dat het strafbaar feit niet zwaarder dan een overtreding is, niet de dood van een persoon tot gevolg heeft gehad, de dader geen zware schuld te verwijten is en dat deze tenminste een zekere verantwoordelijkheid voor zijn daad neemt. Vaak omvat de Diversion ook een zekere compensatie van het slachtoffer. Het slachtoffer kan een Diversion echter niet afdwingen, verhinderen of hier tegen bezwaar tegen maken.

Een aanklacht

Wordt er op grond van de feiten die in het onderzoek zijn voorgekomen echter vanuit gegaan dat een strafrechtelijke veroordeling van de beschuldigde waarschijnlijk is, en is een strafrechtelijke schikking niet mogelijk, dan wordt het beschuldigde formeel aangeklaagd. De beschuldigde wordt zo de aangeklaagde.

De hoofdprocedure

Met het aanklagen van de beschuldigde eindigt het onderzoek en begint de hoofdprocedure. Concreet betekent dit dat het Openbaar Ministerie een aanklacht (Strafantrag of Anklageschrift) aan de bevoegde rechtbank stuurt. Afhankelijk van wat de beschuldigde ten laste gelegd wordt kan de rechtbank één van de volgende samenstellingen hebben:

  • Einzelrichter: één rechter – bij lichtere feiten

  • Schöffengericht: één rechter en twee hulprechters (Schöffen). Bij bepaalde delicten komt hier nog een verdere rechter bij. De hulprechters beslissen samen met de rechter zowel over schuld als over de straf

  • Geschworenengericht: deze rechtbank, die bij de zwaarste en bepaalde speciale feiten bevoegd is, bestaat uit een senaat van drie rechters en acht juryleden (Geschworenen). Hier hebben de juryleden een belangrijke rol: alleen zij oordelen over de schuld. Samen met de rechters beslissen ze vervolgens over de straf

In de meeste gevallen organiseert deze rechtbank vervolgens een strafzitting, en worden de beschuldigde (nu dus als aangeklaagde), eventuele getuigen en deskundigen opgeroepen om bij deze zitting te verschijnen. Tijdens deze strafzitting zal de aangeklaagde door de rechtbank ondervraagd worden en ook de mogelijkheid hebben om zich te verdedigen. Ook getuigen worden tijdens deze zitting verhoord. In de hoofdprocedure bestaat voor bepaalde personen eveneens de mogelijkheid om afgezonderd van de aangeklaagde verhoord te worden, zodat men niet oog in oog met de aangeklaagde komt te staan.

Aan het einde van de strafzitting wordt het oordeel door de rechtbank gelijk verkondigd. Bij het Schöffengericht en het Geschworenengericht gaat hier een geheime beraadslaging vooraf. In de meeste gevallen wordt de aangeklaagde veroordeeld of vrijgesproken. Indien aan de voorwaarden hiervoor voldaan is, kan ook in de hoofdprocedure nog een strafrechtelijke schikking ofwel Diversion doorgevoerd worden.

Tegen het oordeel kunnen de aangeklaagde en het Openbaar Ministerie in beroep gaan. Beschadigden (daarover onder meer) hebben deze mogelijkheid enkel indien de rechtbank over hun vordering ondanks een veroordeling geen beslissing heeft gemaakt.

Het slachtoffer heeft het recht om tijdens de strafzitting aanwezig te zijn, zich hier te laten vertegenwoordigen en de aangeklaagde, getuigen en deskundigen vragen te stellen.

Claims voor geleden schade en smartengeld – de Privatbeteiligung

Als slachtoffer van een strafbaar feit heeft men in Oostenrijk de mogelijkheid om de schade, die men door het strafbare feit geleden heeft, in het kader van de strafprocedure van de dader te vorderen. Hiervoor moet een claim ofwel een zogenaamde Privatbeteiligtenanschluss ingediend worden. Hiermee wordt verklaard dat men zich als beschadigde aan de procedure aansluit en welke schade men geleden heeft en nu vordert. Het slachtoffer wordt daarmee eveneens beschadigde partij.

Typen van claims

Bij de compensatie voor de geleden schade gaat het vaak om smartengeld, een vergoeding voor medische of reparatuurkosten, etc. Voor het bepalen van de hoogte van smartengeld hanteren de Oostenrijkse rechtbanken vaste tarieven. Momenteel bedragen deze (bij de meeste rechtbanken) EUR 360 voor zware pijn, EUR 240 voor middelzware pijn en EUR 120 voor lichte pijn – dit alles per dag. Belangrijk is dat alle claims nauwkeurig becijferd en onderbouwd dienen te worden.

De beslissing over claims ofwel Privatbeteiligtenansprüche

Over ingediende claims beslist de rechtbank in het kader van de oordeelsvelling. Wordt een claim toegekend, dan kan deze op grond van het oordeel door middel van een executieprocedure (“beslag leggen”) ingevorderd worden. Worden claims niet of enkel gedeeltelijk toegekend, dan wordt de beschadigde naar de civiele rechter verwezen. Dit betekent dat hij, om zijn claims verder te vorderen, door middel van een dagvaarding een civiele procedure moet inleiden. Hierbij geldt – anders dan in de strafprocedure – een kostenrisico.

Juridische ondersteuning voor slachtoffers van strafbare feiten in Oostenrijk

Mensen, die in Oostenrijk slachtoffer worden van een strafbaar feit, hebben het recht om door een advocaat te worden bijgestaan. Ik bied slachtoffers en beschadigden mijn ondersteuning in strafprocedures in Oostenrijk aan. Neem gerust contact met mij op door een e-mail aan office@vastenburg.at te sturen of door mij op 0043 680 4446590 te bellen.

Stuur een aanvraag 

Zurück
Zurück

Opferrechte im Strafverfahren

Weiter
Weiter

Veelgestelde vragen over juridische procedures in Oostenrijk